De recente beleidswijziging van het Britse ministerie van Financiën met betrekking tot de belasting op bedrijfsauto’s voor plug-in hybride voertuigen (PHEV’s) heeft onbedoeld een maas in de wet gecreëerd, waarvan fabrikanten van modellen met een grotere uitstoot en duurdere modellen onevenredig ten goede komen. Deze ‘erfdienstbaarheid’, bedoeld om bestuurders te beschermen tegen hogere belastingdruk, stelt bedrijven in staat de CO2-uitstootcijfers te manipuleren, waardoor luxe PHEV’s in lagere belastingschijven blijven.
Nieuwe emissieregels en de Brexit-divergentie
Vanaf 1 januari 2024 introduceerden de nieuwe Euro 6e-bis-emissienormen in de hele EU een meer realistische berekening van de CO2-uitstoot voor PHEV’s, waarbij rekening werd gehouden met lagere percentages elektrisch rijden in de praktijk. Dit betekent dat veel PHEV’s, mechanisch onveranderd, bij hertest hogere CO2-waarden zouden laten zien.
Het belangrijkste punt is dat deze hertesten sommige voertuigen in hogere belastingschijven zou duwen.
Het VK, dat na de Brexit was afgeweken van de EU-regelgeving, had van fabrikanten kunnen eisen dat ze aan de oudere Euro 6d-ISC-FCM-normen zouden voldoen. De meeste voertuigen voldoen echter al aan de nieuwere Euro 6e-norm, omdat deze de CO2-uitstoot niet significant beïnvloedt.
De bijgewerkte regels van de EU zouden fabrikanten hebben gedwongen om voertuigen opnieuw te testen met behulp van oudere normen voor de Britse markt, anders zouden ze een deel van hun belastingvoordelen verliezen.
De “erfdienstbaarheid” van de Schatkist en de gevolgen ervan
Om een stijging van de bedrijfsautobelasting voor PHEV-chauffeurs te voorkomen, heeft het ministerie van Financiën deze zomer een ‘erfdienstbaarheid’ aangekondigd. Hierdoor kunnen fabrikanten de Euro 6e-bis CO2-cijfers terugzetten naar oudere normen of bestaande gegevens blijven gebruiken, waardoor de getroffen voertuigen tot 5 april 2028 onder de drempel van 50 g/km blijven.
Het meest recente begrotingsvoorstel maakt de zaken nog ingewikkelder: auto’s die voldoen aan de Euro 6e-bis-norm en die meer dan 50 g/km uitstoten, krijgen een nominaal CO2-cijfer van 1 g/km toegewezen, op voorwaarde dat ze een elektrische actieradius van ten minste één mijl hebben en na 1 januari 2025 zijn geregistreerd.
Impact in de echte wereld: een casestudy
Overweeg de Opel Astra Sports Tourer GS PHEV. Onder Euro 6e-bis stijgt de CO2-uitstoot van 30 g/km naar 51 g/km, waardoor deze verschuift van een belastingschijf van 13% naar 16%. Dit zou de BIK-belastingaanslag van een 20%-inkomstenbelastingbetaler met £ 3.522 verhogen over een periode van drie jaar.
De tussenkomst van het ministerie van Financiën voorkomt deze stijging, maar subsidieert op effectieve wijze voertuigen met een grotere uitstoot, ten koste van de begrotingsconsistentie.**
Waarom dit belangrijk is
De Britse PHEV-markt is sterk afhankelijk van de weinig gepubliceerde CO2-uitstoot, die 80% van de vlootverkoop voor zijn rekening neemt. Deze beleidsverandering komt niet alleen de fabrikanten ten goede, maar verstoort ook de stimuleringsstructuur, waardoor mogelijk de aanschaf van minder efficiënte voertuigen wordt gestimuleerd. De implicaties op de lange termijn zijn onder meer de vertraagde introductie van voertuigen die werkelijk emissievrij zijn en de voortdurende afhankelijkheid van PHEV’s als overgangstechnologie.
De ‘erfdienstbaarheid’ van het ministerie van Financiën zorgt ervoor dat luxe PHEV’s financieel aantrekkelijk blijven voor bestuurders van bedrijfsauto’s, terwijl de effectiviteit van op emissies gebaseerde belastingheffing wordt ondermijnd.





















