De oplaadsnelheden voor elektrische voertuigen (EV) zijn de afgelopen jaren dramatisch verbeterd, maar de geadverteerde maxima weerspiegelen vaak niet wat bestuurders in de praktijk ervaren. Hoewel sommige elektrische voertuigen, zoals de Lotus Emeya, theoretisch tot 420 kW aan vermogen kunnen accepteren, is de toegang tot deze snelheid sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van opladers en de netcapaciteit.
De kloof tussen potentieel en realiteit
De vraag hoe lang het duurt om een elektrische auto op te laden wordt steeds relevanter naarmate de adoptie toeneemt. In tegenstelling tot het tanken van benzine, waarbij de snelheidsverschillen klein zijn, variëren de oplaadtijden van elektrische voertuigen aanzienlijk, afhankelijk van zowel de capaciteiten van de auto als het vermogen van de lader. Tests door autopublicaties sinds 2022 meten nu routinematig de pieklaadsnelheden bij verschillende batterijniveaus.
In 2019 werd een piek van 150 kW als snel beschouwd, maar laders die die snelheid konden leveren waren zeldzaam. Tegenwoordig wordt 150 kW als een basislijn beschouwd. Toch wordt zelfs met opladers met een hoge capaciteit (350 kW en meer) de werkelijke oplaadsnelheid vaak beperkt door reële omstandigheden.
Het probleem met piekclaims
Het probleem is simpel: de meeste oplaadlocaties beschikken niet over voldoende energie-infrastructuur om meerdere voertuigen tegelijkertijd de maximale stroomsterkte te laten verbruiken. Een station met acht 350 kW-laders kan die snelheid niet op betrouwbare wijze aan alle auto’s tegelijk leveren, omdat de netvoorziening dit niet kan bijhouden. Bestuurders kunnen zelfs op snellaadlocaties aanzienlijk lagere snelheden ervaren (rond de 100 kW).
Dit maakt geadverteerde piektarieven onbetrouwbaar. Testen vereist gecontroleerde omstandigheden (zoals een speciale, goed onderhouden faciliteit) om maximale output te garanderen. In praktijkscenario’s betekent het delen van stroom tussen meerdere voertuigen langzamere oplaadtijden.
Wat dit betekent voor EV-bestuurders
Het streven naar hogere laadsnelheden is essentieel, maar knelpunten in de infrastructuur blijven een belangrijke hindernis. Terwijl fabrikanten EV’s bouwen die meer stroom kunnen verdragen, moeten het elektriciteitsnet en de oplaadnetwerken een inhaalslag maken om consistent en snel opladen aan de massa te kunnen bieden. Tot die tijd mogen bestuurders verwachten dat de geadverteerde tarieven eerder optimistisch dan gegarandeerd zijn.


































